Nieuwe Stad Magazine
Beatrijslaan 76 A
B-3110 Rotselaar
nieuwe.stad@scarlet.be
www.nieuwestad.be
 

 

 

Kunst in de gevangenis

 

Herman Wouters

 

Li Baert had een schilderscarrière uitgebouwd en een paar maal tentoongesteld maar ze zette dat twintig jaar geleden opzij om als vrijwilligster in de gevangenis te gaan werken. Ze heeft er nu een schilderatelier, geeft notenleer en voert individuele gesprekken met de gedetineerden.


NS:
Hoe geraakte jij als vrijwilliger in die totaal andere wereld?

Li Baert: Pater Morleon, secretaris van het Beschermcomité van de gevangenis Leuven Centraal, vroeg me eenentwintig jaar geleden of ik dit wilde doen. Ik aarzelde omdat ik zoveel andere engagementen had, maar toen hij het me opnieuw vroeg heb ik ja gezegd. Mijn eerste bezoek zal ik nooit vergeten. Het werk was ten einde en de gevangenen kwamen uit hun ateliers: gespierde mannen, snorren, tatoeages. Angst overviel me en ik vroeg me af: ‘Kind toch, wat kom je in die machowereld doen?’ Pater Morleon zette me in een cel die als spreekkamer diende en ging een man roepen die al tien jaar opgesloten zat en van wie aangegeven werd dat hij dringend van iemand bezoek moest krijgen. Ze waren bang van hem want hij zat vol haat. De gevangenisdirecteur had regelmatig geprobeerd om met hem te spreken, maar de reactie was steeds: ‘Wat komt ge hier doen? Ik heb u niet geroepen.’



Hij was net naar beneden gekomen om zich in te schrijven voor een schaakwedstrijd en Morleon riep hem. De man stak zijn kop binnen, zei nors: ‘Ik moet geen bezoek hebben’, en was weer weg. ‘Dan zal ik iemand anders voor je zoeken’, zuchtte de pater en ik bleef een beetje gespannen wachten op dat stoeltje in die cel. De man kwam plots opnieuw binnen en zei: ‘In orde, je mag me komen bezoeken maar niet vandaag.’ De volgende keer, twee weken nadien, riep ik hem. Hij zette zich zijdelings aan de tafel en weigerde me aan te kijken. Ik probeerde een vraag en hij antwoordde kort: ‘Ja.’ Op mijn volgende vraag zei hij alleen maar: ‘Neen’, en zo ging dat verder: ‘Ik weet niet’, ‘misschien’. Kil, koud en bitsig. Veertien dagen later hadden we opnieuw een afspraak. Hij kwam met lange benen naar de gesprekskamer en zette zich terug zijdelings aan tafel. Als ik hem iets vroeg, reageerde hij met: ‘Daar heb ik verleden keer al op geantwoord.’ Ik dacht bij mezelf dat dit nu wel het laatste gesprek zou zijn maar kreeg een ingeving. Ik vroeg of hij soms las. Hij antwoordde: ‘Ja, zeer veel.’ - ‘En wat ben je nu aan het lezen?’ - ‘The Picture of Dorian Gray, van Oscar Wilde.’ Zodra hij weg was, schreef ik de titel op en ging de dag daarop dat boek in de bibliotheek zoeken. Ik las het en bij mijn volgende bezoek riep ik hem opnieuw. Ik zag de man afkomen met een air van ‘ik wil echt geen bezoek meer’. Ik zei hem: ‘Ik heb dat boek van Wilde gelezen.’ En hij reageerde verwonderd, kwam binnen, zette zich neer - nu met zijn gezicht naar mij toe - en vroeg: ‘En wat vond je ervan?’ Die zin is het begin geworden van een ongelooflijk verhaal dat nu nog niet gedaan is. Die man is zo veranderd. Hij heeft voor mij heel zijn leven uitgeschreven. Hij nam contact met zijn sociaal assistente en met de gevangenisdirecteur. Hij heeft zich verzoend met zijn vader. Hij is vrijgekomen en komt nu nog bij me op bezoek. Ik ben ook tien jaar zijn voogd geweest.

 

‘Die zin is het begin geworden van een ongelooflijk

verhaal dat nu nog niet gedaan is.’

 


Hij vertelde me later dat hij me stilaan is beginnen te vertrouwen. In het begin van onze gesprekken was hij een moment erg down en zei niet veel. Ik heb hem toen voorgesteld om me te schrijven. In zijn brief zei hij me dat hij zijn agressie altijd als schild gebruikt had maar dat mijn goedheid dat schild had doorbroken. En dat hij zich daar nu weerloos en depressief bij voelde omdat hij uit zijn wereld van agressiviteit viel. Weet je waarom hij die eerste dag teruggekomen is en gezegd heeft dat hij wel bezoek wilde? Hij dacht: ‘Ocharme dat vrouwke hier in de gevangenis, die gaat hier beschermd moeten worden.’ Dat was zijn motief. 


Zelfportret van een gevangene uit Li’s schilderatelier in Leuven Centraal


NS:
Wat is de bedoeling van jouw schilder- en muziekatelier?

Li Baert: De mannen de mogelijkheid geven om hun talenten te ontwikkelen. Dit deed ik op vraag van de directeur. Als je iemand uit de put wil halen, helpt het om eerst op zoek te gaan naar zijn talenten. We hebben allemaal verborgen talenten maar meestal hebben we geen tijd om die te ontwikkelen. Gevangenen hebben een zee van tijd. Bij een eerste gesprek vraag ik meestal wat ze in hun leven graag zouden gedaan hebben. Vaak krijg ik als antwoord dat ze daar nooit de kans toe hebben gekregen of dat ze zeker zijn dat ze dat toch niet kunnen. Dan vertel ik van mezelf. Ik die vroeger dacht dat ik niets kon, ontdekte mijn eigen talenten pas als volwassene. Daardoor kan ik hen redelijk vlug overtuigen dat je iets kan leren.

 

‘Ik kan je verzekeren dat er veel

goede mensen in de gevangenis zitten.’


 

Het is echt aangenaam om te zien hoe mensen open bloeien bij het ontdekken van hun mogelijkheden. Ik kan je tientallen verhalen vertellen van mannen die hun eigenwaarde vonden en die zich door vele gesprekken en jarenlange begeleiding ontwikkelden tot goede mensen. Sommigen zijn nu al jaren buiten de gevangenis en zijn een voorbeeld voor anderen: mannen met een heel zwaar dossier, die me zouden afgeschrikt hebben als ik in het begin alles over hun verleden gekend zou hebben. Ik kan je verzekeren dat er veel goede mensen in de gevangenis zitten. Mensen die kwaad hebben gedaan, daar spijt van hebben en hun leven willen beteren. Ze hebben nood aan een helpende hand en een luisterend oor om hen uit de put te helpen.


NS:
Ze hebben soms toch wel erge dingen gedaan!

Li Baert: Inderdaad en velen aanvaarden daarom hun straf: ze willen boeten voor wat ze hebben misdaan. Ik vind nog steeds dat er geen slechte mensen bestaan, wel mensen die slecht doen. Gedetineerden zijn mensen zoals jij en ik die verlangen om terug een plaats te vinden in onze samenleving en dat laatste is niet altijd evident. Hoewel niet alle verhalen een happy end hebben, geloof ik nog steeds in het positieve van iedere mens.


NS:
Je bent niet meer zo jong. Denk je nog niet aan stoppen met je vrijwilligerswerk?

Li Baert: Ik wil zeker mijn gesprekken en mijn sociaal werk verderzetten. Soms overvalt me de gedachte om met mijn lessen te stoppen en om meer tijd voor mezelf te maken. Maar de directeur en de gedetineerden vragen me met aandrang om dat niet te doen. Als ik dan het enthousiasme en de vriendelijkheid van mijn ‘leerlingen’ zie, heb ik opnieuw de nodige energie om verder te doen.

 

       

         Kunstenares Li Baert

 

[ Foto's: Città nuova - NS archief ]

 

 

De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen

______________________________

 

'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,

is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'


[ lees het artikel 'Loppiano' hier ]


Reageer hier op dit artikel

Naam :
E-mail :
Tekst :



Archief

10-2008Met een hart voor jongeren - (pdf)
09-2008Zij voor mij en ik voor hen
06-2008De waarheid van de ogen
05-2008Wie niet liefheeft, is al gestorven
04-2008Uniek charisma van eenheid
04-2008Chiara Lubich - fotoalbum - (videofragmenten)
04-2008Het leven van Chiara Lubich
03-2008Arbeid in een geest van verbondenheid
02-2008Herstelrecht
01-2008Vrijkomen uit de droefheid
12-2007Creatieve minderheden
11-2007Kunst in de gevangenis
10-2007Sport voor iedereen
05-2007Reinigingsmiddelen voor mensen met zorg
© Nieuwe Stad - Beatrijslaan 76 A, B-3110 Rotselaar - nieuwe.stad@scarlet.be - www.nieuwestad.be
© 2014 browsbox - Nieuwe Stad