![]() |
Nieuwe Stad Magazine Beatrijslaan 76 A B-3110 Rotselaar nieuwe.stad@scarlet.be www.nieuwestad.be |
Françoise Supeley
Paul kon de laatste tijd zijn zorgen moeilijk opzij zetten, zelfs een boek van zijn lievelingsauteur kon zijn aandacht niet vangen. Telkens weer dacht hij aan zijn zonen en hoe spanningen het positieve elan hadden doen verdwijnen waarmee hij voorheen elke nieuwe dag begon. Wat hij en zijn vrouw meemaakten met de kinderen gaf hem een zekere bitterheid die zijn gemoed triest stemde. Onlangs was zijn jongste zoon - net als de oudere broers - van huis vertrokken om te gaan samenwonen met zijn vriendin. Geen enkel verlangen naar een eventueel huwelijk, geen droom of project werd uitgesproken dat een signaal zou kunnen zijn van een volwassen houding van verantwoordelijkheid voor elkaar. Zo voelde Paul het toch aan.
Paul - Ik dacht die dagen vaak terug aan mijn leven met Lucy. De genegenheid, de trouw, de toewijding waarvoor we kozen vanaf het begin, de liefde die we steeds hadden willen delen met iedereen, en op de eerste plaats met onze kinderen. Ze waren welkom en mochten opgroeien in een warm nest. Natuurlijk waren er hindernissen en moeilijke momenten van onbegrip zoals in elk gezin, maar altijd was er een uitweg geweest naar een nieuw begin. En onze trouwbelofte was daarbij dikwijls een bron van nieuw geloof en vertrouwen in elkaar. Het was fijn om te zien hoe ieder kind zijn weg vond in het leven. Op een gegeven moment kwam ook de keuze van een vriendin, iemand om mee op weg te gaan. Maar de vriendinnen van onze zonen waren enkel een reisgezelschap voor nu, daar bleef het bij. Niets meer dan dat. Geen grote plannen voor een volgehouden engagement, niet het verlangen om hoog te mikken, om een levensplan te willen uitspreken en concreet te maken, neen, niets meer dan het meestal middelmatige leven dat ze rondom zich zagen.
‘De vriendinnen van onze zonen
waren enkel een reisgezelschap
voor nu, daar bleef het bij.’
Sinds ook Dieter vertrokken was, voelde Paul dat hij steeds meer een scherp oordeel moest onderdrukken en dat de pijn in zijn hart aanwezig bleef. Hij had altijd duidelijk gezegd hoe hij het zag, maar ook geprobeerd om de keuze van zijn zonen te respecteren als het gesprek daarover ging. Hij hoopte dat ze verder zouden groeien in hun relatie. Hij kon toch niet anders dan zeggen wat hij aanvoelde als juist, uit liefde voor hen? Maar dat bracht alleen onbehagen met zich mee of het lokte wrevelige reacties uit. Zoals toen een van de kinderen zei: ‘Zeg, papa, gaan samenwonen is nu toch wat bijna iedereen doet, waarom blijf je je daar druk over maken? We zien wel wat het wordt.’
Paul voelde een groot verlangen om deze pijn te begrijpen, er een naam aan te geven zodat hij weer verder kon en weer in staat kon zijn om zijn kinderen van harte graag te zien. Niet dat hij nu niet meer van hen hield, maar hun manier van leven ergerde hem in die mate dat stilaan elk contact moeizaam verliep. Bovendien stak zijn hoofd en hart zo vol van die eigen zorgen dat hij de mensen voorbijliep, niet meer in staat leek ruimte te maken voor anderen met hun lief en leed.
Zijn broer bij wie hij zijn hart ging luchten, zei: ‘Het belangrijkste lijkt me niet dat je kinderen volgzaam zijn en “goeie dingen” doen, maar dat een zo zuiver mogelijke liefde in jullie relatie aanwezig mag zijn. Met de kracht daarvan lukt het om iedereen tegemoet te gaan en te waarderen, om van iedereen te houden.’
Paul begreep hieruit dat er van hem gevraagd werd ‘zijn waarheid’ in zekere zin los te laten, om open te staan voor zijn kinderen alsof ze pas geboren waren, maar dit keer als volwassenen met heel hun bagage aan nieuwe dingen en hun andere kijk op het leven.
Het deed hem terugdenken aan een uiteenzetting die hij hoorde op een congres over opvoeding en gezin.
Paul - Ik ging de tekst terug opzoeken. Hij handelde over een ‘bovennatuurlijke’ liefde: ‘Als ouders liefhebben met een liefde zoals die van God, dan zetten ze de eerste stap en verwachten niets van de ander. En dat is een liefde die niemand onverschillig laat.’ Het leek me wel juist en ik wilde het op die manier doen, maar het leek me te groots. Ik wist echt niet hoe ik dit moest uitvoeren. Ik had geprobeerd om te blijven liefhebben, maar het ging me niet goed af.
‘Ik geloof vast dat elke
mens een krachtige kern van
oneindige Liefde in zich draagt.’
Wanneer we in onszelf een aanslepende moeilijkheid ervaren, is het belangrijk de tijd te nemen om erbij te blijven stilstaan; een afspraak te maken met onszelf om dieper te graven en beter te begrijpen wat ons precies dermate ergert en misschien ook waarom. Op die manier ontdekken we een stukje van onze persoonlijkheid dat we niet goed kenden, een beetje van onze donkere kant. Als een bepaalde moeilijkheid steeds terugkeert en een schaduw blijft werpen op onze relaties thuis, op het werk, bij vrienden,… dan lossen we die niet op door haar terzijde te schuiven, door ons te concentreren op andere dingen, te proberen te vergeten of door ons ‘aan te passen’ aan de situatie zodat die toch leefbaar blijft. Natuurlijk kunnen we tijdens onze gewone bezigheden proberen om alles met liefde te doen. Dat is een belangrijke hulp om te verhinderen dat een zorg ons leven helemaal gaat beheersen en we nog enkel met onszelf bezig zijn. Maar anderzijds moeten we een duurzame oplossing vinden om het terugkerend probleem aan te pakken.
Paul - Ik voelde aan dat mijn principiële houding ook te maken had met iets in mij. Door stil te staan heb ik ervaren dat mijn gedrag tegenover de kinderen niet enkel door liefde werd geïnspireerd, maar onder meer ook door mijn sterk verlangen om een ‘geslaagde’ ouder te zijn en in mijn omgeving erkend te worden als een goede vader. Misschien speelde ook mijn eigen opvoeding mee. Ik heb als jongere mijn ouders nooit durven tegenspreken, zelfs als ik het gevoel had dat ik daardoor niet vrij de richting van mijn leven mocht kiezen. Viel het me daarom extra zwaar om te aanvaarden dat jongeren vandaag veel mondiger zijn en hun eigen wegen gaan, schijnbaar zonder zich te bekommeren om wat hun ouders denken?
Op een avond vertelde Paul aan zijn vrouw Lucy over zijn twijfels of hij wel een goede opvoeder was geweest en hoe pijnlijk hij het vond te ervaren dat zijn verlangen om consequent vast te houden aan zijn principes er nu voor zorgde dat de kinderen verder dan ooit van hem afstonden. Het werd een lang gesprek waarin ze samen begrepen dat elke ouder, elke mens kleine kanten heeft en fouten maakt ondanks alle goede bedoelingen. Het deed ongelooflijk goed in die ‘kwade momenten’ te kunnen rekenen op elkaar.
Maar nog belangrijker dan te weten waarom alles zo gelopen was, ontdekte Paul dat dit open gesprek in alle nederigheid, hem - met de steun van Lucy - hielp om zichzelf te aanvaarden zoals hij was en een nieuwe rust bracht, maar ook een grote barmhartigheid tegenover zichzelf en de kinderen.
Paul - Ik kon toegeven dat ik beperkt was en fouten maakte in mijn omgang met de kinderen, bijvoorbeeld door mijn visie te pas en te onpas ten berde te brengen. Dat erkennen in alle eenvoud en mijn trots opzij schuiven gaf me nieuwe energie om me weer toe te vertrouwen aan de Liefde in mij. Ik geloof vast dat elke mens een krachtige kern van oneindige Liefde in zich draagt, die ikzelf God noem vanuit mijn geloof. Maar die Liefde binnen in mij zit heel vaak bedolven onder beperkingen, dat besefte ik duidelijk. Mezelf op dat punt aanvaarden, aan dat lijden een naam geven - op dat moment was die naam vooral ‘ontgoocheling’ - zette een goddelijke alchemie in gang die, ik weet niet hoe, mijn zwakte omboog in energie, mijn lijden in liefde. Tot mijn eigen verbazing voelde ik me opnieuw vrijer om oprecht graag te zien.
‘Mijn verlangen om gezien
te worden als een succesvolle
vader zit er stevig in.’
In de weken nadien heb ik gevoeld dat ik telkens weer die stap moest herhalen, maar het ging steeds beter. Mijn verlangen om gezien te worden als een ‘succesvolle vader’ zit er stevig in, maar ik had intussen ervaren dat het lukte als ik de Liefde met grote L op de eerste plaats zette en probeerde te denken, te handelen en te voelen van daaruit.
Toen hij op een avond thuiskwam zei Lucy hem: ‘Ik had Dieter daarnet aan de telefoon en hij vroeg of we morgenavond bij hen kwamen eten.’
Lucy kon zich goed voorstellen dat Paul die uitnodiging zou afwimpelen, dat hij zou zeggen dat het voor hem nog te vroeg was, dat ze beter consequent konden zijn in hun houding tegenover dat samenwonen. Maar Paul zei: ‘Zeg maar dat we graag komen.’ En hij voegde eraan toe: ‘We hebben altijd geprobeerd om te leven voor datgene waarvan we overtuigd zijn, namelijk dat de liefde onder ons het allerbelangrijkste is.’
Contact: Françoise Supeley
[ Foto's: NS archief en Photos.com ]
De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen
______________________________
'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,
is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'
[ lees het artikel ‘Loppiano’ hier ]
Reageer hier op dit artikel |
Archief | |
06-2008 | Jong geleerd |
05-2008 | Op de trappen van de rechtbank |
04-2008 | Zoek de zonkant |
03-2008 | Spijt |
02-2008 | Het virus van vriendschap |
01-2008 | Gekwetst |
12-2007 | Gezinspolitiek |
11-2007 | Zelfstandigheid en verbondenheid |
10-2007 | Eén en toch twee |
09-2007 | Ombuigen naar positieve groei |
06-2007 | Op reis naar elkaar |