![]() |
Nieuwe Stad Magazine Beatrijslaan 76 A B-3110 Rotselaar nieuwe.stad@scarlet.be www.nieuwestad.be |
[ juni 2008 ]
Ik vertel jullie over mijn verblijf in het ziekenhuis na een opstoot van de ziekte van Parkinson. Zoveel weken in een ziekenhuis leven is een aparte ervaring. Mijn bewondering voor de inzet van de verpleegsters steeg met de dag. De meesten waren heel vriendelijk en je kon zien dat ze met hun hart werkten en niet alleen met hun spieren. Ik voelde ook de verstandhouding tussen het personeel. Ik lag in een kamer voor twee personen en in de weken dat ik daar was, heb ik vier verschillende kamergenoten gehad. Iedere keer deed ik mijn best om met hen een goede relatie op te bouwen en ik denk dat het lukte.
Er was een man, half verlamd, die niet meer verstaanbaar kon spreken. Hij had voor de tweede keer een hersenbloeding gehad. Hij sprak nog wel, maar je kon er niets van maken. Ik zocht toch een beetje contact met hem. Om te weten of hij graag de tv aan had, stelde ik voor dat hij zijn duim omhoog zou steken en als de tv beter uitging, moest hij maar met zijn duim naar beneden wijzen. Met zulke trucjes konden we elkaar verstaan. Hij had een erg vriendelijke vrouw die regelmatig op bezoek kwam. Van haar vernam ik dat hij eigenlijk op een kamer alleen wilde zijn, maar dat er bij zijn opname geen vrij was. Toen er dan toch een privé-kamer vrijkwam waar hij naartoe mocht, had hij aan zijn vrouw uitgelegd - ik weet niet op welke manier - dat hij liever bij mij wilde blijven want hij voelde zich goed.
Mijn laatste kamergenoot was een oude man bij wie ik ook bijna nooit kon verstaan wat hij probeerde te zeggen. Hij hoestte regelmatig. Het was een hoest waar hij bijna niet meer uit geraakte. Bij elke ademhaling maakte hij een zwaar rochelend geluid. Een keer was het me gelukt om even met hem te praten. Ik vroeg welke stiel hij deed en hij antwoordde me moeizaam. Hij had bij het Ministerie van Financiën gewerkt en carrière gemaakt. Het was de enige keer dat we met elkaar contact hadden. Ook zijn vrouw lukte het praktisch niet om iets uit hem te krijgen. Van haar wist ik dat hij tweemaal na elkaar een trombose had gehad en er niet meer door zou komen. De verpleegsters ergerden zich af en toe aan zijn gehoest: ‘Maar stop daar nu eens mee! Dat is toch niet te doen.’ Ook zijn vrouw werd soms kwaad: ‘Maar adem nu eens gewoon!’ Ik overwoog bij mezelf wat ik kon doen voor die man. Ik zou proberen te doen alsof ik zijn geluiden niet hoorde. Ik wilde geen opmerking maken over zijn moeilijke ademhaling en over het feit dat hij zoveel gerucht maakte. Ook zijn hoestbuien wilde ik verdragen. Soms praatte hij luidop in zijn droom en af en toe wilde hij uit zijn bed kruipen. Ik heb meer dan een keer naar de verpleegsters moeten bellen om naar hem te komen kijken. Ik las ooit een verhaal over een heilige - zijn naam ontsnapt me - en die man bracht eens de nacht door bij een zieke die ook veel lawaai maakte. Er stond in dat boekje dat die heilige dat verdroeg.
Ik was toch blij toen ik weg mocht, terug naar huis. Het heeft alles bij mekaar drie weken geduurd en het verdragen werd lastig. Ik kon maar half slapen. Maar innerlijk aanvaardde ik zijn geluiden en ik wilde niet gaan reclameren of me kwaad maken omdat het niet te doen was, of om een andere kamer te krijgen. Luc Reynaert - Brugge
Sinds twee jaar mogen we bij mijn werkgever een gift van 250 euro doen aan een organisatie die we willen steunen. Ik ben deze gift twee keer aan de Focolarebeweging gaan geven en dit jaar mocht ik ook de cheque van een collega meenemen, die niet wist wat ermee te doen. Ons bedrijf telt een dikke 1300 medewerkers. Nu is mijn gift blijkbaar in het oog gesprongen. Men moet dan immers omschrijven wat er met het geld zal gebeuren en ik schreef dat het gebruikt zou worden voor steun aan mensen zonder papieren. Dus wilden ze een interview voor in het jaarverslag. Op de zeven jaar tijd dat ik hier werk, heb ik nooit een jaarverslag ingekeken, maar uitgerekend nu vonden ze het nodig om een chique ingebonden exemplaar naar elke werknemer te sturen, met dus een volledige pagina over de cheque aan de Focolarebeweging als enige voorbeeld van wat er met alle cheques is gebeurd. Ik moest toch even lachen toen ik dat in de bus kreeg. En dat zo’n klein gebaar tegen alle verwachtingen in zo uitvergroot kan worden, was voor mij een lesje om kleine dingen niet te onderschatten. (naam bekend bij de redactie)
[ Illustratie: R. Cipollone (CIRO) ]
De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen
______________________________
'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,
is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'
[ lees het artikel ‘Loppiano’ hier ]
Reageer hier op dit artikel |
Archief | |
05-2008 | Mei 2008 |
04-2008 | April 2008 |
03-2008 | Maart 2008 |
02-2008 | Februari 2008 |
01-2008 | Januari 2008 |
12-2007 | December 2007 |
11-2007 | November 2007 |
10-2007 | Oktober 2007 |
09-2007 | September 2007 |