Nieuwe Stad Magazine
Beatrijslaan 76 A
B-3110 Rotselaar
nieuwe.stad@scarlet.be
www.nieuwestad.be
 

 

 

Oogarts in het vizier

 

Ed Herkes

 

Gerard van Meel uit Utrecht vertelt over zijn oogartspraktijk.


NS: Je werkt als oogarts in een multiculturele omgeving. Heeft dat concrete gevolgen? 
GvM: In het ziekenhuis waar ik werk is meer dan dertig procent van de patiënten van Turkse of Marokkaanse afkomst. Ik was gewend om mijn patiënten te begroeten door ze de hand te schudden. Normaal gesproken accepteert iedereen dat. Maar sommige vrouwen uit islamitische landen mogen een vreemde man geen hand geven. Ik koos ervoor om deze zogenaamde ‘afwijzing’ niet in de weg te laten staan van een goede relatie. Het was duidelijk dat om een goed contact met deze patiënten te hebben het beter was juist geen hand te geven.
Ook de taalbarrière blijkt vaak een probleem te zijn. Ik ben van nature niet erg geduldig. In mijn ogen verliezen we tijd als de communicatie via een tolk moet gaan, vaak een dochter of zoon. Ik moest leren om meer geduld op te brengen bij het duidelijk overbrengen van de behandeling.
Mijn houding had echter onverwachte gevolgen. Veel moslims, die een hechte gemeenschap vormen, komen bij mij omdat iemand uit hun gemeenschap hun aanraadde juist naar mij toe te gaan. Als ze voor het eerst komen, hebben ze al meteen een zeker vertrouwen.
Het is ook erg belangrijk om respect voor hun godsdienst te hebben. Op een keer zei een patiënt kort voor de operatie: ‘Allah helpt altijd.’ Na de operatie vertelde ik hem dat alles goed was gegaan en dat hij Allah kon bedanken. Wat hij meteen deed.

NS: De medische wereld is een enorme financiële machine. Komt dat het welzijn van de patiënt altijd ten goede? 
GvM: Om het welzijn van de patiënt op de eerste plaats te zetten, moet ik soms andere belangen, ook financiële, op de tweede plaats zetten. Bijvoorbeeld in het geval van grauwe staar is het soms beter om nog even te wachten met opereren. Tegelijkertijd neem je het risico dat de patiënt naar de concurrent gaat, waar hij vaak wel onmiddellijk wordt geopereerd. Dit wordt bijna standaard, want hoe meer je opereert, hoe meer status je hebt en hoe meer geld je verdient.
In Nederland komen er alsmaar privé-klinieken bij die met de gewone ziekenhuizen concurreren. Ze betalen een hoger salaris en hebben betere arbeidsvoorwaarden. Daardoor zag ook mijn praktijk binnen twee jaar vier collega’s vertrekken naar privé-klinieken. Onze arbeidsomstandigheden verslechterden, niet alleen vanwege het verouderde instrumentarium, maar ook vanwege de hoge werkdruk. We ontwikkelden een masterplan met concrete voorstellen hoe we de operatieruimte en -tijden beter konden benutten door wat kantoorruimte op te geven en de directie zei: ‘Eindelijk een constructief plan van mensen die meedenken.’ Het hele plan werd aangenomen. We kregen alles waar we om gevraagd hadden, zoals ruimte bij de operatiekamers en nieuwe instrumenten.

Oogarts Gerard van Meel in zijn praktijk.


NS:
Hoe werk je samen met je collega-oogartsen?
GvM: Omdat we zo dicht bij elkaar werken, kunnen we elkaar raadplegen in moeilijke gevallen. De patiënten waarderen dit zeer. In plaats van te denken: ‘Zie je, de dokter weet het niet’, zeggen ze: ‘Ik ben door twee oogartsen onderzocht.’ Het aantal patiënten stijgt daardoor. Ze vertellen aan andere mensen over hun goede ervaringen. Intussen hebben we ook nieuwe collega’s gevonden.

 

'Wanneer er geïnvesteerd wordt in dialoog tussen patiënt

 en arts komt dit het genezingsproces ten goede.'

 


NS:
Durf je ook kritisch te zijn?

GvM: Op een dag kwam er een patiënt naar me toe voor een second opinion. Ze liet me foto’s en testresultaten zien, maar ik kon de diagnose van mijn collega niet bevestigen. Ik kon niets anders doen dan haar de waarheid te vertellen en deed dat ook over mijn collega zonder hem te veroordelen. In de stad kennen alle oogartsen elkaar en we bellen elkaar dikwijls voor een bepaald geval of om een bepaalde patiënt nog eens te zien. Ik probeer te handelen in het besef dat ik zelf ook fouten kan maken en hoop dat anderen me op dezelfde manier zullen behandelen, als het me zou overkomen.

NS: Schermen veel artsen hun specifieke kennis niet af?
GvM: Naar collega’s probeer ik open te zijn over mijn vakkennis. Dat is in deze tijd van concurrentie niet gebruikelijk omdat anderen dan met jouw kennis en ervaring hun voordeel kunnen doen. Maar ik wil medisch belangrijke dingen niet voor mezelf houden. Laatst moest ik aan oogartsen in opleiding colleges geven over mijn specialisatie: laserbehandeling in geval van netvliesafwijkingen bij diabetespatiënten. Ik besloot heel mijn kennis door te geven, zonder de finesses weg te laten die ik gedurende mijn lange ervaring heb ontdekt. Misschien moet ik zelfs zeggen dat ik mijn persoonlijke ‘trukendoos’ heb overgedragen. Op die manier kunnen andere artsen mijn ervaring benutten en blijft deze ook behouden na mijn loopbaan.

NS: Als arts communiceer je voortdurend met mensen. Vind je dat hier genoeg aandacht aan wordt besteed?
GvM: Ik had laatst de gelegenheid om deel te nemen aan een internationaal congres waarop zeshonderdveertig artsen, verpleegkundigen en therapeuten aanwezig waren. Het bijzondere aan deze conferentie was dat niet een typisch medisch onderwerp centraal stond, maar communicatie en relatie tussen artsen onderling, tussen medici en het overige personeel; en vooral de relatie met patiënten. De situaties in de gezondheidszorg in de verschillende landen zijn vaak nauwelijks vergelijkbaar. Wel was als rode draad de conclusie getrokken dat wanneer er geïnvesteerd wordt in dialoog en relatie tussen patiënt en behandelende arts, dit ten goede komt aan het genezingsproces.
Communicatie, empathie, het vermogen zich één te maken met de patiënt is niets anders dan een concrete toepassing van de eed van Hippocrates: het belang en het leven van de patiënt staan voorop. Een van de aanbevelingen van het congres was dan ook om in de studie medicijnen het vak communicatie als leerdoel op te nemen.

 

[ Foto's: Photos.com - NS archief ]

 

 

De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen

______________________________

 

'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,

is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'


[ lees het artikel 'Loppiano' hier ]


Reageer hier op dit artikel

Naam :
E-mail :
Tekst :



Archief

04-2009Zie me graag
10-2008Enkele overtuigingen van F. Vandenbroucke - (pdf)
09-2008Vakantie
06-2008Zie hen graag
05-2008Ons-beschikkingsrecht
04-2008Emoties als muzikant - (muziek)
03-2008De dokter zei: U hebt de ziekte van Parkinson
02-2008Kick van wereldwijde verbondenheid
01-2008Winter van Antwerpen
12-2007Hé, wat gebeurt daar
11-2007Een boot die niet zinkt
10-2007Respiro
09-2007Weten hoe het kan zijn
05-2007Oogarts in het vizier
04-2007Kleur je stad - (pdf)
12-2006Strips barstensvol vrede
© Nieuwe Stad - Beatrijslaan 76 A, B-3110 Rotselaar - nieuwe.stad@scarlet.be - www.nieuwestad.be
© 2014 browsbox - Nieuwe Stad