![]() |
Nieuwe Stad Magazine Beatrijslaan 76 A B-3110 Rotselaar nieuwe.stad@scarlet.be www.nieuwestad.be |
twee en toch één
Françoise Supeley
Psychiater Marc Eneman geeft een aantal gedachten weer over de groeifactoren naar relatiebekwaamheid die een evenwichtige man-vrouwverhouding mogelijk maken. Ook haalt hij enkele voor hem belangrijke kenmerken van deze relatie aan.
Het gaat hier over een groeiproces. Wie heeft niet nog veel te leren? Gelukkig kunnen mensen groeien tot hun laatste dag. Een oude volkswijsheid zegt dat het nooit te laat is om goed te doen.
Om dit artikel over de verhouding man-vrouw in te leiden wil ik dankbaar gebruik maken van het gedicht ‘Echtpaar in de trein’ van de Nederlandse schrijver en dichter Willem Wilmink, overleden in 2003. Wilmink beschrijft op een prachtige manier een vrouw en een man, gezeten in dezelfde ruimte: een treincompartiment. Ze zien hetzelfde voorbij glijdende landschap, maar wel elk vanuit hun eigen perspectief. Twee mensen in één ruimte, één landschap… en twee perspectieven.
ECHTPAAR IN DE TREIN
Met de allerliefste in een trein
kan aangenaam en leerrijk zijn.
De prachtig vormgegeven stoel
geeft allebei een blij gevoel.
Voor ’t verre reisdoel kant-en-klaar
zit ik dus tegenover haar.
De trein maakt zijn vertrouwd geluid
en zij rijdt vóór- , ik achteruit.
We zien dezelfde dingen wel,
maar ik heel traag en zij heel snel.
Zij kijkt tegen de toekomst aan,
ik zie wat is voorbijgegaan.
Zo is de huwelijkse staat:
de vrouw ziet wat gebeuren gaat,
terwijl de man die naast haar leeft
slechts merkt wat zijn beslag al heeft.
Van nieuw begin naar nieuw begin
rijdt zij de wijde toekomst in,
en ik rij het verleden uit.
En beiden aan dezelfde ruit.
Op de korte maar erg moeilijke vraag ‘Wat is een mens?’ zou een heel eenvoudig antwoord kunnen gegeven worden: een mens is een wezen geboren uit een man en een vrouw - in de huidige tijd zullen we dit misschien als volgt formuleren: een mens is een wezen geboren uit een menselijke eicel en een menselijke zaadcel. Men kan zich daarbij afvragen: is dit dan zeker een mens? Ja en neen. Ja, natuurlijk is een wezen dat geboren wordt uit een man en een vrouw een mens en geen dier. Maar stel dat dit wezen bij dieren zou worden opgevoed - wat in de loop van de geschiedenis toch enkele keren gebeurd is - hebben we dan nog te doen met een menselijk iemand? In een zekere zin wel maar het wordt toch een erg gehavende mens, die niet uitgroeit tot een echt menselijk niveau. Voor een mens volstaat het blijkbaar niet van geboren te worden om mens te zijn: bij onze geboorte hebben we nog een lange weg af te leggen, een ganse weg van menswording, een heel proces van ‘humanisering’. De mens heeft nog een psychologische groei door te maken die zich voltrekt in de jaren na zijn biologische geboorte.
In andere woorden uitgedrukt: bij het tot stand komen van het leven wordt de levenloze materie in de eerste plaats een biologische werkelijkheid (ook al is er een beginnende relatie met diegenen die het kind verwachten). Bij het in relatie treden met anderen na de geboorte, wordt dit biologische leven heel duidelijk verder gehumaniseerd. Stap voor stap kan het dichter komen bij zijn essentie die Liefde is.
'Allen hebben we
onderweg een of andere
moeilijkheid ondervonden.'
In de eerste levensjaren spelen hechtingsprocessen een erg belangrijke rol. De kleine mens gaat zich hechten aan de eerste figuren rondom hem. Meestal zijn dit de ouderfiguren. Het zich veilig kunnen hechten aan betrouwbare, zorgende mensen is van groot belang in onze ontwikkeling. Even belangrijk is dat die kleine mens zich los kan maken uit deze veiligheid en vertrouwdheid, en van daaruit op exploratie kan vertrekken in de wereld rondom. Wanneer die wereld hem beangstigt, kan hij terug gaan schuilen in de veilige haven van zijn hechtingsfiguren, om vandaar opnieuw op verkenning te gaan. Dit herhaald proces van zich hechten en loskomen, exploreren, terugkeren, weer vertrekken en zo verder, mondt uiteindelijk uit in het tot stand komen van het basisvertrouwen, de ‘basic trust’: het hebben van (een voldoende mate van) vertrouwen in zichzelf, in de anderen, in de wereld. Door dit hele proces, waarin biologische en psychologische factoren een rol spelen, komt men tot een evenwicht in de balans afstand-nabijheid. Men is hierdoor in staat tot een zelfstandig bestaan zonder dat verbondenheid wordt opgegeven en tot verbondenheid zonder het prijsgeven van autonomie. Niemand van ons doorloopt dit alles volmaakt, allen hebben we onderweg een of andere moeilijkheid ondervonden. De meesten van ons slagen er tamelijk goed in dit evenwicht voldoende te realiseren. Nochtans zijn er mensen die er niet of nauwelijks in lukken om tot verbondenheid te komen en anderen die niet of nauwelijks zelfstandig kunnen bestaan. Er zijn ook mensen die noch tot verbondenheid, noch tot autonomie in staat zijn.
Een heel belangrijke fase in deze groei is ook het ontwikkelen van het ‘onzijdige kind’ tot een mannelijk of vrouwelijk wezen, waarbij men rust en vertrouwen vindt bij zichzelf als jongen of meisje, als man of vrouw (‘sexual trust’). Ook in dit proces spelen biologische en psychologische factoren een rol en dit in wisselende combinaties.
‘Voor een mens volstaat het blijkbaar niet van geboren te worden om mens te zijn: bij onze geboorte hebben we nog een lange weg af te leggen, een ganse weg van menswording, een heel proces van “humanisering”.’
In wat volgt probeer ik enkele belangrijke kenmerken van de verhouding man-vrouw weer te geven.
Vooreerst is er de ‘unieke plaats’. Mensen hebben meestal veel kennissen, heel wat kameraden, een aantal vrienden, enkele heel goede vrienden en één partner. Een mens verlangt door iemand op een exclusieve wijze bemind te worden. De Franse psychoanalyticus Jacques Lacan stelde: ‘elk verlangen is verlangen om verlangd te worden’. Deze gedachte werd door iemand verwoord als ‘elke mens verlangt toch om een unieke plaats te hebben in het hart van iemand’. Het verlangen om bij iemand een exclusieve, unieke plaats te hebben en dit verlangen is wederzijds.
Dit gegeven is natuurlijk problematisch in heel wat relaties. Wat wezenlijk is, is nooit eenvoudig. Het is nooit voor eens en voor altijd werkelijkheid, het valt steeds opnieuw te realiseren net als de andere kenmerken die hier worden aangegeven.
Een tweede kenmerk is het seksuele verschil dat in de focus komt te staan. Anders dan in een ouder-kindverhouding of in vriendschapsrelaties staat in de man-vrouwverhouding het seksuele verschil in het brandpunt. Van de drieëntwintig chromosomenparen, aanwezig in elk van onze lichaamscellen, hebben mannen en vrouwen tweeëntwintig paren gemeen. Slecht in één chromosomenpaar zijn ze verschillend. In de man-vrouwrelatie staat dit kleine maar zo belangrijke verschil, waarin we elkaar aanvullen, centraal. Op dit primordiale biologische verschil heeft zich een hele betekeniswereld van psychologische en culturele verschillen geënt.
Man en vrouw zijn niet gelijk, wel gelijkwaardig. Man en vrouw zijn anders, maar niet meer of minder. Het gaat om een symmetrische, gelijkwaardige relatie van twee verschillende mensen, een man en een vrouw, elk met hun talenten, die dankzij hun individueel ontwikkelingsproces in staat zijn om autonoom te bestaan. Maar ze verlangen om door elkaar verlangd te worden en om verbonden te leven, niet als concurrenten maar aanvullend, complementair. Man en vrouw zijn verschillend, maar toch gelijkwaardig; ze zijn gelijkwaardig maar toch niet gelijk.
Een ander belangrijk kenmerk van een man-vrouwrelatie is dat het doel van de relatie in de relatie ligt. Bij heel wat menselijke verhoudingen (leraar-leerling, arts-patiënt, winkelier-cliënt, collega’s op het werk,…) is de relatie gericht op het realiseren van een doel buiten deze relatie. Bij vriendschapsrelaties en bij de man-vrouwverhouding (die toch een bijzondere vriendschapsrelatie is) ligt het doel in de relatie zelf. Vroeger, meer dan nu, had de man-vrouwverhouding ook externe doelen. Zo bijvoorbeeld in een tijd waarin sociale zekerheid nauwelijks of niet bestond bood een huwelijk, een gezin en familie beschutting en bescherming. Een huwelijk is vandaag veel minder ‘nodig’ om te overleven. Bij verhoudingen waarbij het doel buiten de relatie ligt, eindigt de relatie eens de doelstelling gerealiseerd is. De relatie met de chirurg stopt zodra de patiënt volledig hersteld is. Relaties waarin het doel niet buiten maar in de relatie ligt hebben de bedoeling blijvend te zijn. Je knoopt toch geen vriendschapsrelatie aan voor bijvoorbeeld een periode van twee jaar. Dit geldt ook voor het huwelijk, door iemand treffend benoemd als ‘une rencontre qui dure’: een ontmoeting die blijft voortduren in de tijd.
'Een mens verlangt door
iemand op een exclusieve
wijze bemind te worden.'
Wat in een man-vrouwverhouding nagestreefd wordt, is vertrouwdheid, vertrouwen, geborgenheid, tederheid, innigheid, intimiteit, verbondenheid,…
Dit alles maakt het doel en de basis uit van de man-vrouwrelatie. Ervaringen die dit alles sterk bevorderen zijn bijvoorbeeld het samen ontdekken van tederheid en seksualiteit, het samen een woning zoeken en er een thuis van maken, het samen naar een kind verlangen, het samen verwachten van een kind en het samen beleven van het wonder van een geboorte, het samen - zoals men het vaak uitdrukt - delen van zoveel lief en leed.
Volgende maand gaat Marc Eneman in een tweede deel verder in op het evenwicht tussen zelfstandigheid (twee mensen…) en verbondenheid (…en toch één) in een man-vrouwrelatie.
Dr. Marc Eneman werkt in een psychiatrisch ziekenhuis van de Broeders van Liefde te Bierbeek.
Contact: Françoise Supeley
[ Foto's: Jan Vanlathem, N.F. en Photos.com ]
De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen
______________________________
'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,
is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'
[ lees het artikel ‘Loppiano’ hier ]
Reageer hier op dit artikel |
Archief | |
06-2008 | Jong geleerd |
05-2008 | Op de trappen van de rechtbank |
04-2008 | Zoek de zonkant |
03-2008 | Spijt |
02-2008 | Het virus van vriendschap |
01-2008 | Gekwetst |
12-2007 | Gezinspolitiek |
11-2007 | Zelfstandigheid en verbondenheid |
10-2007 | Eén en toch twee |
09-2007 | Ombuigen naar positieve groei |
06-2007 | Op reis naar elkaar |