![]() |
Nieuwe Stad Magazine Beatrijslaan 76 A B-3110 Rotselaar nieuwe.stad@scarlet.be www.nieuwestad.be |
Frank Maes
Het is meer dan vijf jaar geleden dat ik hem voor het eerst zag. In Ulaanbaatar, Mongolië. Wens Padilla, scheutist en hoofd van de Mongoolse missie. Bisschop Padilla ondertussen, maar ik mag of moet gewoon Wens zeggen. Ooit heb ik het volgende over hem geschreven: ‘Je hebt zo van die mensen die alles tegelijk kunnen zijn. Wens Padilla is er zo een. De man is missionaris, diplomaat, entertainer, wereldburger, aquariumliefhebber en een groot familieman tegelijk.’
Wens is in Vlaanderen, of beter gezegd in Europa en hij oogt moe van de vele bezoeken, van het constant reizen en vergaderen om te vertellen en steun voor de missie te zoeken. Sommige mensen hebben nooit tijd en slagen er toch in om er altijd te maken. Ik ben blij dat ik hem terugzie en hij vertelt honderduit...
Wens Padilla
'Je zou Ulaanbaatar niet meer herkennen als je er nu terugkomt. De Mongoolse maatschappij ondergaat een enorme transformatie. De ontginning van natuurlijke rijkdommen door veelal buitenlandse maatschappijen groeit zienderogen, het toerisme zit in de lift en we kennen ondertussen ook het fenomeen van verkeersoverlast in de stad. De stedelingen hebben het gemiddeld genomen iets beter nu, maar de mensen op het platteland en de inwijkelingen uit het platteland zijn nog steeds straatarm en veelal werkloos. Naast de markteconomie is er ook een groeiende “undergroundeconomie” en zeer veel jonge mensen wijken uit, onder meer naar Zuid Korea, om er te gaan werken.'
'De missie is ook veel groter geworden. Toen jij er was waren we met twaalf religieuzen en waren er honderd gedoopte Mongoolse mensen. We waren klein, het voelde aan als de eerste christenen. De mensen noemden ons “Jezus people” omdat dat het enige was waar ze ooit over hadden gehoord. Nu is alles gegroeid. Er zijn nu iets meer dan vierhonderd gedoopte Mongoolse mensen en we zijn ondertussen met vijfenzestig missionarissen van tien verschillende congregaties en veertien verschillende nationaliteiten. Ik ben trouwens heel blij met die diversiteit en voor mij is het een getuigenis binnen de Kerk dat zoveel nationaliteiten en congregaties zeer nauw samen kunnen werken.'
'Ook het sociaal werk door de congregaties en onze vrijwilligers is heel divers. We hebben nu drie opvangcentra voor straatkinderen, twee centra voor plattelandsontwikkeling, een jongerencentrum, een technische school met een bibliotheek, een kleine supermarkt, een opvangcentrum voor gehandicapte - voornamelijk autistische - kinderen, een “good will clinic” en een apotheek. In de hoofdstad hebben we nu een mooie kerk die in 2003 door Johannes Paulus II zou worden ingewijd, maar door zijn ziekte was dat onmogelijk. We zijn ondertussen ook aan het werk in Darhan, een andere stad.'
Ik ben behoorlijk onder de indruk en ik wil zo het vliegtuig opstappen. Achteraf heb ik nog aan die vierhonderd gedoopten zitten denken. Eigenlijk is dat niet zoveel. Met een beetje slechte wil kan je hieruit concluderen dat de Mongoolse mensen niet bepaald zaten te wachten op het katholicisme. Met een beetje goede wil kan je hieruit opmaken dat de missie gaat voor de mensen en niet aan rabiate zieltjeswinnerij doet. Ik kies voor het laatste, met stellige zekerheid.
'De essentie van onze missie is dat we levende getuigen zijn van de blijde boodschap, dat we goed nieuws brengen. Missie is voor mij in dialoog gaan met mensen, realiteiten en culturen. Het is een partnerschap tussen congregaties, lokale mensen en mensen die ons steunen over heel de wereld. Missie is - vooral - getuigen van de boodschap in het dagdagelijks leven. Eigenlijk moet je het niet ver zoeken. Het is heel eenvoudig: missie is doen wat je zegt.'
'Missie is doen wat je zegt.' Je moet er toch maar opkomen. Misschien wel de krachtigste samenvatting die ik ooit heb gehoord. En je ziet dat hij het meent. Wens is geen groot redenaar en al evenmin een gehaaide geldzoeker, maar soms zegt hij fenomenale dingen.
'Katholiek zijn betekent in essentie in dialoog gaan met anderen. Andere religies hebben het over dezelfde waarden. Die zijn geen privaat eigendom van de katholieke Kerk. Wij zijn geen bedreiging voor het boeddhisme of het hindoeïsme, we willen in harmonie met hen werken en leven. “Bekeren” vind ik dan ook een beladen woord omdat het iets geforceerds heeft. Het gaat er veeleer om mensen nieuwsgierig te maken door onze manier van zijn. Voor wij in Mongolië kwamen, was God al aan het werk. Zijn project is niet het project van de missie. Anderen hebben dit al voor ons gedaan. Ze hebben het goede nieuws gebracht: een boodschap van liefde, vrede, rechtvaardigheid.'
'We willen heel duidelijk één zijn met andersgelovigen en niet-gelovigen. Dat wordt bij ons zeer concreet gemaakt op 21 september, de internationale dag van de vrede. Dan houden we een intergelovige dienst die de ganse dag duurt. 's Morgens zijn we in de dienst van het boeddhistische vrouwenklooster, daarna in die van de boeddhistische monniken. We gaan zelfs naar de Indische “sekte” Ananda Marga toe. Vervolgens zijn we bij de moslims en de Baha'i om te eindigen in onze kerk. We doen dat al vier jaar en sluiten telkens af met de vredesbel. En we hebben uiteraard ook dagdagelijks heel veel contacten met niet-gelovige mensen. Ook met hen willen we samen zijn in een geest van warmte en eenheid.'
'En weet je wat zo enorm belangrijk is? Dat we geluk en vreugde uitstralen als christenen. Het is zoals Moeder Teresa zei: de steunpilaren van onze missie zijn het vertrouwen in de kracht van de liefde, volledige overgave én vreugde. Je ziét dat ook aan onze zusters. Het is zeer hard werken en leven maar die vreugde stuurt hen vooruit. Vreugde brengt mensen dichter bij God.'
Dat heb ik inderdaad zelf gezien. Ik sluit af met een persoonlijke vraag. We hebben toen veel gelachen, uren gebabbeld en de spiritualiteit van de steppe verzonnen. Alles was klein, nieuw, overzichtelijk en warm ondanks min 45 graden. En één ding zag Wens toen niet zitten: bisschop worden. Nu is hij het toch. Ik vraag hem of hij soms verlangt naar die eenvoud, die familie van het eerste uur. Ik krijg een antwoord van een vriend, eerlijk en zonder franjes.
‘Ja. Gedurende een jaar komen we maar twee of drie maal samen met alle mensen van de missie, zelfs de ICM-sisters zie ik niet zo regelmatig meer. Ik verlang soms naar die simpele tijd maar alles is groot geworden. Ik ben vaak alleen met mijn secretaris. Ja, soms maakt dat me verdrietig. Ik ben er zelf nog altijd over verwonderd dat ik bisschop ben geworden. Er waren niet eens lokale roepingen en nu nog steeds niet en toch... I leave it up to them. In Rome they must have seen the Holy Spirit. (Ik laat het over aan hen. In Rome moeten ze de Heilige Geest gezien hebben.) Ik ben en blijf naast bisschop een “familieman”.’
We nemen afscheid. Wens moet weer vertrekken naar een afspraak. Ik hoop dat ik hem gauw terugzie. Daar.
[ Foto's: NS archief ]
De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Rotselaar
______________________________
'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,
is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'
[ lees het artikel ‘Loppiano’ hier ]
Reageer hier op dit artikel |
Archief | |
06-2008 | Zin in een ijsje |
02-2008 | Gek op dieren |
01-2008 | Doe wat je zegt |
12-2007 | Straatkinderen maken theater |
11-2007 | Het verhaal van Bong |
10-2007 | Wereldbeker voor daklozen |
09-2007 | Loppiano |