![]() |
Nieuwe Stad Magazine Beatrijslaan 76 A B-3110 Rotselaar nieuwe.stad@scarlet.be www.nieuwestad.be |
Reflectie rond economie en gemeenschap
L. Bruni en B. Callebaut
Een diepgaande relatie met de ander betekent tegelijk verwonding én zegening. Elke menselijke relatie heeft haar schaduwzijde die getekend wordt door pijn. Binnen dit spanningsveld kan ons leven gedijen. Meer zelfs, wanneer we alleen de zegening willen zonder de kwetsuur, worden onze intermenselijke relaties ten slotte onleefbaar. Dit geldt ook voor relaties in de economie.
Tegenwoordig kan je alles kopen, maar in feite belooft de economie als wetenschap vandaag een maatschappij waar geen prijskaartje hangt aan het samenleven zelf. Net daardoor wordt ze in onze moderne tijd een brede vluchtweg… weg van de schade die de ander me onvermijdelijk berokkent.
Precies het humanisme van de markteconomie is daarom een van de grote verantwoordelijken - niet de enige weliswaar - van de trieste eenzaamheid die onze tijd tekent, van een wereld zonder vreugde. De economie doet immers geloven in de illusie dat de markt, of ook de bureaucratische en hiërarchische manier van ondernemen, ons een samenzijn kan waarborgen waarin we elkaar niet hoeven te kwetsen en waar we de ander alleen maar ontmoeten als een onschuldige, ongewapende ander waarmee we een deal aangaan in plaats van met hem te strijden.
De pointe hier is dat een onschuldige ontmoeting met elkaar, zonder kwetsuren, ook een ontmoeting wordt zonder vreugde, niet ten volle menselijk noch voor de persoon zelf, noch voor de samenleving. Dit is precies de grote illusie van onze tijd: de belofte van een goed leven die niet gratis is, maar waarvoor de pasmunt eigenlijk ons geluk is (*). Het wordt hoogtijd dat iemand deze bluf ontmaskert.
Tezelfdertijd is er geen weg terug uit de markteconomie. De geschiedenis leert ons dat waar die markt niet werkt het ook niet de goede verstandhouding zal zijn die de lege plaats kan innemen. Vooral in de grote gemeenschap wordt de afwezigheid van contracten, eigen aan het marktgebeuren, ingenomen door nieuwe vormen van feodaliteit, waarbij de sterkste steeds de zwakkeren uitbuit. Een wereld zonder handelsmarkten is geen acceptabele wereld, maar een wereld alleen daarmee is dat nog minder. De markt, dat terrein tussenin waar we elkaar kunnen ontmoeten op een beschaafde en serene manier, is wel degelijk een belangrijke verworvenheid en een middel tot beschaving.
Maar markten en gemeenschap kunnen zeer vruchtbare partners worden, en vele ervaringen van de (sociale) economie en van bijvoorbeeld de gemeenschapseconomie zijn belangrijke concrete elementen - en niet enkel theorieën - die aantonen dat de alchimie die het contract omzet in gave, wel degelijk werkt. Onder welke voorwaarden?
'Het wordt hoogtijd dat
iemand deze bluf ontmaskert.'
Het leven in gemeenschap is ambivalent. ‘Als je de grote denkstromingen van de Europese filosofen erop napluist om te begrijpen wat voor hen als typisch “menselijk” geldt, kom je tot dit verrassende besluit: de sociale dimensie, met andere woorden het element dat slaat op het samenleven van mensen, wordt over het algemeen niet beschouwd als echt onontbeerlijk voor de mens om echt mens te zijn. Alleen wordt deze stelling nooit als dusdanig naar voren geschoven. Ze blijft een achterliggende gedachte, die niet uitdrukkelijk wordt uitgesproken’ (Todorov, 1998 - p.15).
In de moderne filosofische traditie, van Montaigne tot Kant, van La Rochefoucauld tot Pascal, van Hobbes tot Hegel,… is een gemeenschappelijke noemer aanwezig in het denken over wat relaties tussen mensen zijn; in de grond wordt de ander als een ‘letsel’ gezien dat je indien mogelijk best vermijdt. De stelling is dat samenleven een feitelijk gegeven is, maar eenzaamheid is het ideaal.
Welke redenen hebben er ons in de moderne tijd toe gebracht om een dergelijke individualistische en asociale visie op de mens te ontwikkelen? Terwijl we vaststellen dat de economische wetenschap een belangrijke bijdrage leverde tot deze ontwikkeling van het individualistische humanisme…
'Mijn goede, gezegende leven
is deels afhankelijk van
anderen die me kwetsen.'
In de middeleeuwse maatschappij die zich ontwikkeld heeft rond een bepaald model van christendom was het leven in gemeenschap altijd sterk verbonden met de idee dat samenleven offers vraagt en pijn veroorzaakt. De wortels van die opvatting vinden we bij de Griekse denkers, vooral in de ethiek van Aristoteles. Deze grote denker had een paradox begrepen die nadien geworteld raakte in het hart van heel het Westers levensmodel: goed leven, gelukkig leven, is tezelfdertijd een element van beschaving én een van kwetsbaarheid. In zijn bekend boek, de Ethica Nicomachea, herinnert hij eraan dat ‘de gelukkige mens vrienden nodig heeft’ (9de hoofdstuk), en hij om die reden ‘alleen niet gelukkig kan zijn’. Het is in de ogen van Aristoteles dus onmogelijk om het geluk te vinden in eenzaamheid, m.a.w. door op de vlucht te gaan voor het sociale leven, voor relaties met de ander.
Als het geluk vraagt dat we sociale relaties onderhouden vereist dit vriendschap en wederkerigheid, en als die vriendschap en wederkerigheid altijd een kwestie van handelen in vrijheid zijn - wat we niet perfect onder controle hebben - betekent dit dat ons geluk afhangt van de mate waarin de anderen ons deel daarin beantwoorden en op hun beurt liefde, vriendschap, wederkerigheid,… betuigen.
Wanneer ik om gelukkig te zijn partners nodig heb dan kent dat geluk twee facetten: de ander is voor mij vreugde én lijden. De ander is voor mij de enige mogelijkheid om mijn geluk te realiseren maar tegelijk is hij ook degene die oorzaak is van een stuk van mijn ‘ongeluk’. Mijn goede, gezegende leven is deels afhankelijk van anderen die me kwetsen. Als ik om die kwetsuren te vermijden me terugtrek in eenzaamheid of vlucht in de contemplatie op zoek naar bescherming (het grote neoplatoonse alternatief), komt het leven nooit tot zijn volle bloei.
* Luigino Bruni en Bennie Callebaut refereren hier naar de zogeheten ‘paradox van het geluk’ die slaat op de evidentie dat het de rijke samenlevingen zijn die ‘droefheid’ produceren. Hierover schrijven de auteurs Bruni (2004) en Scitovsky (2007). Men stelt vast dat stijgende welvaart voor mensen die al rijk zijn, geen toename van geluk brengt, integendeel.
[ Foto's: Photos.com ]
De overname van teksten van deze website is toegelaten voor elk niet-commercieel doel mits vermelding: © Nieuwe Stad Magazine - Antwerpen
______________________________
'Wat de bewoners van deze stad nog het meest typeert,
is dat ze diepere levenservaringen delen met elkaar.'
[ lees het artikel ‘Loppiano’ hier ]
Reageer hier op dit artikel |
Archief | |
10-2008 | Met een hart voor jongeren - (pdf) |
09-2008 | Zij voor mij en ik voor hen |
06-2008 | De waarheid van de ogen |
05-2008 | Wie niet liefheeft, is al gestorven |
04-2008 | Uniek charisma van eenheid |
04-2008 | Chiara Lubich - fotoalbum - (videofragmenten) |
04-2008 | Het leven van Chiara Lubich |
03-2008 | Arbeid in een geest van verbondenheid |
02-2008 | Herstelrecht |
01-2008 | Vrijkomen uit de droefheid |
12-2007 | Creatieve minderheden |
11-2007 | Kunst in de gevangenis |
10-2007 | Sport voor iedereen |
05-2007 | Reinigingsmiddelen voor mensen met zorg |